De revolutie van kunstmatige intelligentie zorgt voor een ongekende energie-uitdaging, waardoor techreuzen genoodzaakt zijn verder te kijken dan traditionele energiebronnen om hun groeiende ambities te realiseren.
Microsoft, Google en Amazon hebben het afgelopen jaar allemaal belangrijke samenwerkingen met kernenergiebedrijven aangekondigd. Dit markeert een strategische koerswijziging om zowel de enorme stroombehoefte van AI-datacenters als hun klimaatdoelstellingen aan te pakken. Deze deals omvatten het heractiveren van stilgelegde installaties, investeren in nieuwe generatie reactoren en het ontwikkelen van kleine modulaire reactoren (SMR's) die flexibeler inzetbaar zijn.
De overeenkomst van Microsoft met Constellation Energy om reactor Unit 1 van Three Mile Island opnieuw op te starten, is een van de meest opvallende samenwerkingen. Het twintigjarige stroomafnamecontract zal meer dan 800 megawatt aan koolstofvrije elektriciteit aan het net toevoegen zodra de centrale in 2028 operationeel wordt. Google heeft ondertussen een contract gesloten met Kairos Power voor de ontwikkeling van meerdere kleine modulaire reactoren die naar verwachting tegen 2030 samen 500 megawatt zullen leveren, met extra capaciteit gepland tot 2035.
Amazon blijft niet achter en heeft overeenkomsten gesloten met Energy Northwest, X-energy en Dominion Energy ter ondersteuning van kernenergieprojecten die uiteindelijk gigawatts aan vermogen kunnen leveren. Het bedrijf kocht ook een datacenter naast de kerncentrale Susquehanna in Pennsylvania, waarmee het directe toegang tot koolstofvrije elektriciteit veiligstelde.
De urgentie achter deze samenwerkingen is duidelijk: het stroomverbruik van datacenters zal naar verwachting meer dan verdubbelen tegen 2030 en mogelijk oplopen tot 9% van het totale elektriciteitsverbruik in de VS. Volgens Goldman Sachs Research zou er 85 tot 90 gigawatt aan nieuwe nucleaire capaciteit nodig zijn om aan de verwachte groei van de stroomvraag door datacenters te voldoen, terwijl naar verwachting minder dan 10% daarvan wereldwijd beschikbaar zal zijn tegen die tijd.
Hoewel deze kernenergiepartnerschappen een weg bieden naar betrouwbare, koolstofvrije energie, blijven er uitdagingen bestaan. Nieuwe reactoren kennen lange ontwikkeltijden, waarbij de meeste projecten pas in de jaren 2030 operationeel zullen zijn. Bovendien leiden de hoge investeringskosten van kernenergie ertoe dat sommige critici zich afvragen of de belastingbetaler uiteindelijk het financiële risico zal dragen.
Ondanks deze zorgen markeert de omarming van kernenergie door de technologiesector een belangrijke verschuiving in de manier waarop bedrijven hun energiebehoefte benaderen. Nu AI het bedrijfsleven en de samenleving blijft transformeren, is het veiligstellen van duurzame energiebronnen niet alleen een milieuprioriteit, maar ook een concurrentiële noodzaak.