Grote technologiebedrijven voeren een intensieve lobbycampagne om te voorkomen dat Amerikaanse staten de komende tien jaar kunstmatige intelligentie gaan reguleren. Dit leidt tot politieke verdeeldheid en roept zorgen op over consumentenbescherming.
De omstreden bepaling, opgenomen in de versie van president Donald Trumps 'One Big, Beautiful'-begrotingsvoorstel die in mei door het Huis van Afgevaardigden werd aangenomen, zou staten verbieden om gedurende tien jaar "enige wet of regelgeving op het gebied van kunstmatige intelligentiemodellen, AI-systemen of geautomatiseerde beslissystemen" te handhaven. Lobbyisten uit de techsector, namens Amazon, Google, Microsoft en Meta, proberen senatoren ertoe te bewegen dit moratorium ook in de Senaatsversie te behouden.
De Senaatscommissie voor Handel heeft echter een andere koers gekozen in haar versie die begin juni werd gepresenteerd. In plaats van een absoluut verbod, koppelt de Senaat de mogelijkheid voor staten om aanspraak te maken op 500 miljoen dollar aan AI-infrastructuurfinanciering aan het opschorten van AI-regelgeving tot 2035, met enkele uitzonderingen.
Het voorstel leidt tot opmerkelijke politieke allianties: zowel progressieve Democraten als conservatieve Republikeinen spreken zich uit tegen de maatregel. Senator Josh Hawley (R-MO), senator Marsha Blackburn (R-TN) en afgevaardigde Marjorie Taylor Greene (R-GA) hebben allemaal hun zorgen geuit.
"We hebben geen idee waartoe AI over tien jaar in staat zal zijn, en het volledig vrij spel geven en de handen van staten binden is potentieel gevaarlijk," schreef Greene op sociale media, nadat ze aanvankelijk voor het Huisvoorstel had gestemd zonder zich bewust te zijn van deze bepaling.
Critici, waaronder een coalitie van 140 organisaties en 260 volksvertegenwoordigers uit alle 50 staten, stellen dat het moratorium technologiebedrijven zou beschermen tegen aansprakelijkheid voor schadelijke AI-systemen. Zij wijzen op bestaande staatswetten die consumenten beschermen tegen AI-gerelateerde schade, zoals deepfake-oplichting, algoritmische discriminatie en baanverlies.
Voorstanders, waaronder senator Thom Tillis (R-NC), stellen daarentegen dat een lappendeken van staatsregelgeving de Amerikaanse innovatie in de wereldwijde AI-wedloop zou belemmeren. "Je wilt niet dat het nummer één land ter wereld op het gebied van innovatie achterop raakt bij AI," aldus Tillis.
Het is nog onzeker wat er met de bepaling gebeurt nu de Senaat verder debatteert over het begrotingsvoorstel. Procedurele obstakels kunnen de opname ervan verhinderen. Volgens de regels van de Senaat moeten bepalingen in begrotingswetten direct verband houden met budgettaire zaken, wat het verbod op AI-regelgeving mogelijk diskwalificeert.