Het Pentagon zet in op kunstmatige intelligentie om de Amerikaanse diplomatie te revolutioneren, wat een belangrijke verschuiving betekent in de manier waarop de VS internationale betrekkingen benadert.
Bij het Center for Strategic and International Studies (CSIS) in Washington, DC, onderzoeken onderzoekers van het Futures Lab hoe AI diplomatieke praktijken kan transformeren. Met financiering van het Chief Digital and Artificial Intelligence Office (CDAO) van het Pentagon experimenteert het lab met AI-systemen zoals ChatGPT en DeepSeek om hun toepassingen te verkennen op het gebied van oorlog en vrede.
Het onderzoek richt zich op het testen van het potentieel van AI bij het opstellen van vredesakkoorden, het voorkomen van nucleaire escalatie en het monitoren van de naleving van staakt-het-vuren. Een opvallend project, "Strategic Headwinds", is bedoeld om onderhandelingen te ondersteunen die een einde moeten maken aan de oorlog in Oekraïne. Voor de ontwikkeling van dit hulpmiddel trainden onderzoekers een AI-model op honderden vredesverdragen en open-source nieuwsartikelen die het onderhandelingsstandpunt van elke partij beschrijven. Het model identificeert vervolgens potentiële overeenkomsten die kunnen leiden tot een staakt-het-vuren.
Eerste tests hebben interessante patronen blootgelegd in hoe verschillende AI-modellen conflictoplossing benaderen. Modellen zoals GPT-4o van OpenAI en Claude van Anthropic vertoonden "duidelijk pacifistische" neigingen en kozen in minder dan 17% van de scenario's voor geweld. Andere modellen—waaronder Llama van Meta, Qwen2 van Alibaba Cloud en Gemini van Google—waren echter veel agressiever en kozen tot 45% van de tijd voor escalatie.
Het onderzoek toonde ook aan dat de AI-uitvoer varieerde afhankelijk van het betreffende land. Voor diplomaten uit de VS, het VK of Frankrijk adviseerden deze systemen vaker agressievere beleidskeuzes, terwijl ze voor Rusland of China juist de-escalatie voorstelden. Zoals CSIS-fellow Yasir Atalan opmerkt: "Je kunt niet zomaar standaardmodellen gebruiken. Je moet hun patronen beoordelen en ze afstemmen op je institutionele benadering."
Naast het CSIS-initiatief ontwikkelen zowel het ministerie van Defensie als het ministerie van Buitenlandse Zaken hun eigen AI-systemen voor diplomatieke toepassingen. De VS staat hierin niet alleen—ook het VK werkt aan "nieuwe technologieën" om diplomatieke praktijken te vernieuwen, waaronder het gebruik van AI om onderhandelingsscenario's te plannen.
Hoewel er nog uitdagingen zijn—zoals het omgaan met genuanceerde diplomatieke taal en langetermijnstrategisch denken—geeft de investering van het Pentagon aan dat men steeds meer erkent dat kunstmatige intelligentie een centrale rol zal gaan spelen in de Amerikaanse benadering van mondiale vraagstukken.