Het uitgebreide BRICS-blok, dat sinds de uitbreiding in januari 2025 uit zestien landen bestaat, heeft formeel voorgesteld dat de Verenigde Naties het voortouw nemen bij het opzetten van mondiale governancekaders voor kunstmatige intelligentie.
In een op 7 juli aangenomen verklaring tijdens hun top in Rio de Janeiro omschreven de BRICS-leiders AI als een 'unieke kans' om inclusieve groei en innovatie te stimuleren. Tegelijkertijd waarschuwden zij dat AI zonder eerlijke governance de digitale kloof tussen landen kan vergroten. Het voorstel is een directe uitdaging aan wat de BRICS-landen zien als door het Westen gedomineerde AI-standaarden en governancemodellen.
'We moeten voorkomen dat standaardiseringsprocessen worden gebruikt als barrières voor markttoegang voor kleine bedrijven en ontwikkelende economieën,' aldus de BRICS-verklaring. Het blok benadrukte dat mondiale AI-governance 'representatief, ontwikkelingsgericht, toegankelijk, inclusief, dynamisch en responsief' moet zijn, met respect voor nationale soevereiniteit.
Het voorstel roept op tot het ontwikkelen van 'technische specificaties en protocollen', waarbij de publieke sector en VN-organisaties betrokken zijn, om vertrouwen, interoperabiliteit en veiligheid over AI-platforms heen te waarborgen. De BRICS-landen pleiten voor open source-samenwerking, bescherming van digitale soevereiniteit, eerlijke concurrentie op de AI-markt en intellectuele eigendomsbescherming die technologische overdracht naar ontwikkelingslanden niet belemmert.
VN-secretaris-generaal António Guterres sprak zijn steun uit voor het initiatief en stelde: 'AI mag geen club van enkelen zijn, maar moet iedereen ten goede komen, en in het bijzonder ontwikkelingslanden, die een echte stem moeten krijgen in mondiale AI-governance.' Hij verwees naar de VN-plannen voor het oprichten van een Onafhankelijk Internationaal Wetenschappelijk Panel over Kunstmatige Intelligentie en een periodieke Wereldwijde Dialoog over AI binnen het VN-kader.
Volgens Igor Makarov, hoofd van de afdeling Wereldeconomie aan de Higher School of Economics in Rusland, 'bestaat er vrijwel geen mondiale governance op het gebied van kunstmatige intelligentie', waardoor dit een terrein is waarop BRICS mogelijk het voortouw kan nemen bij het creëren van mondiale instituties.
Het voorstel vormt een aanzienlijke uitdaging voor door het Westen geleide AI-governance-initiatieven zoals het Hiroshima AI-proces van de G7. Nu de BRICS-landen na de uitbreiding meer dan 40% van de wereldbevolking vertegenwoordigen, kan hun gezamenlijke standpunt de manier waarop internationale AI-standaarden worden opgesteld en gehandhaafd fundamenteel veranderen.