Het Hoover Institution heeft zich aan de voorhoede van het beleidsonderzoek naar kunstmatige intelligentie gepositioneerd en benut zijn unieke positie aan de Stanford University om de kloof tussen technologische innovatie en bestuurskaders te overbruggen.
Gevestigd op de campus van Stanford, met een extra vestiging in Washington, DC, fungeert het instituut als het toonaangevende onderzoekscentrum van het land dat zich richt op het genereren van beleidsideeën ter bevordering van economische welvaart, nationale veiligheid en democratisch bestuur. Wat Hoover onderscheidt van andere beleidsorganisaties is zijn status als centrum van academische excellentie en het vermogen om academische kennis toegankelijk te maken voor het brede publiek.
Het Technology Policy Accelerator-programma van het instituut voert onderzoek uit en ontwikkelt inzichten om overheids- en bedrijfsleiders te helpen opkomende technologieën en hun geopolitieke implicaties beter te begrijpen. Dit initiatief schakelt een tandje bij en richt zich op het helpen van leiders om kansen te benutten, risico's te beperken en Amerikaanse belangen en waarden te bevorderen. Hun werk bestrijkt recente ontwikkelingen en toekomstige implicaties van kritieke technologieën zoals AI, robotica, neurowetenschappen, halfgeleiders en ruimtevaart.
In februari 2025 bracht het Hoover Institution de nieuwste editie uit van het Stanford Emerging Technology Review (SETR)-rapport, dat Amerikaanse beleidsmakers een uitgebreid overzicht biedt van hoe tien grensverleggende technologieën, van kunstmatige intelligentie tot robotica, de wereld transformeren. Deze samenwerking tussen Hoover en de Stanford School of Engineering fungeert als een allesomvattende introductie tot de nieuwste innovaties en toekomstige ontwikkelingen.
Tijdens recente evenementen bespraken panelleden van Hoover en Stanford urgente AI-gerelateerde onderwerpen, waaronder arbeidsmarkt- en werkplekaanpassingen, mededingingsvraagstukken, innovatie-uitdagingen en reguleringskaders. De experts benadrukten dat AI enorme kansen biedt voor productiviteit en innovatie, maar ook serieuze uitdagingen vormt voor arbeidsmarkten, het mededingingsbeleid en governance. Zij concludeerden dat effectieve aanpassing gecoördineerde inspanningen vereist van de private sector, overheid en academische wereld.
Het instituut richt zich ook op de politieke dimensies van AI-ontwikkeling. Het Center for Revitalizing American Institutions van het Hoover Institution en Stanford GSB brachten onlangs onderzoekers uit de academische wereld en het bedrijfsleven samen om een cruciale vraag te onderzoeken: hoe maken we AI betrouwbaarder voor mensen met verschillende politieke overtuigingen in een gepolariseerde wereld? Dit onderzoek kijkt naar de politiek en polarisatie rondom Large Language Models, AI-agenten en chatbots.
Hoover-wetenschappers benadrukken dat Amerikanen, in deze mondiale wedloop om leiderschap in grensverleggende technologie, de houding moeten aannemen van "game on, niet game over". Ze voegen daaraan toe dat "een van de belangrijkste uitdagingen voor het buitenlands beleid van het land is om opkomende technologieën sneller en beter te benutten en te begrijpen dan de tegenstanders." Ze onderstrepen de cruciale rol van universiteiten in het behouden van Amerika's innovatieleiderschap via fundamenteel onderzoek dat niet wordt beperkt door productontwikkelingsdeadlines. "Onderzoek aan de grenzen van kennis zonder direct commercieel product, zoals het begrijpen van de kwantumfysica, wordt fundamenteel onderzoek genoemd. Het duurt jaren, soms decennia, voordat het vruchten afwerpt. Maar zonder dit onderzoek zouden commerciële innovaties niet mogelijk zijn."