De productiviteit van de Amerikaanse maakindustrie vertoont al bijna twintig jaar een dalende lijn, maar volgens analisten van Goldman Sachs is kunstmatige intelligentie—en niet importheffingen—de meest haalbare oplossing om deze trend te keren.
Goldman Sachs-analisten stellen dat importheffingen de kosten in de toeleveringsketen en arbeid niet voldoende zullen verlagen om reshoring te stimuleren. In plaats daarvan verwachten zij dat meer automatisering de belangrijkste aanjager zal zijn van productiviteitsgroei in de maakindustrie. De VS zou moeten inzetten op AI en automatisering om een voorsprong te krijgen, aangezien technologische vooruitgang een dubbel voordeel kan opleveren voor de binnenlandse productiviteit: zowel door investeringen in fabrieken te stimuleren als door technologie voor fabrieksautomatisering te verbeteren.
"Een versnelling van innovatie—mogelijk door recente vooruitgang in robotica en generatieve AI—blijft daarom de meest waarschijnlijke katalysator om de langdurige stagnatie in de productiviteit van de maakindustrie te doorbreken," aldus Goldman Sachs-analist Joseph Briggs en collega's in hun rapport. Dit komt op een moment dat het bewijs voor een vertraging in de Amerikaanse maakindustrie zich opstapelt, waaronder cijfers van het US Census Bureau die laten zien dat nieuwe orders voor duurzame goederen in april met 6,3% zijn gedaald, terwijl de Manufacturing Purchasing Managers' Index van het Institute of Supply Management sinds maart is gedaald, wat wijst op krimp.
De productiviteitsproblemen maken deel uit van een bredere vertraging in de maakindustrie die zich de afgelopen twintig jaar heeft voorgedaan, als gevolg van teruglopende investeringen na de wereldwijde financiële crisis en een afname van de technologische vooruitgang die kenmerkend was voor het begin van de jaren 2000.
De VS loopt achter op andere industriële grootmachten als het gaat om de implementatie van AI in fabrieksoperaties. Volgens een recent rapport van het Boston Consulting Group Henderson Institute meldde slechts 46% van de Amerikaanse fabrikanten meerdere AI-toepassingen in hun fabrieken, aanzienlijk lager dan het wereldwijde gemiddelde van 62% en ver achter op China met 77%. "Dit is een van de belangrijkste technologieën die volgens mij de productiviteitsgroei op een kostenefficiënte manier kan aanjagen," aldus Briggs tegenover Fortune.
Ondanks het potentieel blijven analisten voorzichtig met het voorspellen van een volledige ommekeer van de vertraging in de maakindustrie. "We moeten het eerst zien gebeuren voordat we er echt vertrouwen in hebben dat dit een grote aanjager zal zijn," merkt Briggs op. Analisten van Goldman Sachs erkennen dat automatisering de grootste groeikans biedt voor de productiviteit in de Amerikaanse maakindustrie, maar achten het onwaarschijnlijk dat dit de bredere vertraging in de sector, die wereldwijd en "historisch ongebruikelijk" is, volledig zal oplossen. Hoop op een wereldwijde stijging van de productiviteit vereist massale vooruitgang en brede adoptie van AI en robotica. "De belangrijkste factor die een grote sprong in productiviteit en groei in de maakindustrie zou kunnen veroorzaken, is een scherpe versnelling van innovatie," legt Briggs uit, eraan toevoegend dat "dit soort omslagpunten en technologische vooruitgang erg moeilijk te voorspellen zijn."
Naar verwachting zal de markt voor AI in de maakindustrie in 2025 een waarde bereiken van $8,57 miljard, tegenover $5,94 miljard in 2024, wat neerkomt op een samengesteld jaarlijks groeipercentage van 44,2%. AI zal naar verwachting de productiviteit tegen 2035 met 40% verhogen door bedrijfsprocessen te transformeren via automatisering van kritieke taken, detectie van defecten en verbeteringen in kwaliteitscontrole, wat uiteindelijk leidt tot slimmere en efficiëntere productieprocessen.