Er voltrekt zich een belangrijke verschuiving in het Amerikaanse beleid rond AI-toezicht nu de Republikeinse senatoren Ted Cruz en Marsha Blackburn overeenstemming hebben bereikt over een aangepast federaal moratorium op staatsregulering van kunstmatige intelligentie.
Het compromis, aangekondigd op zondag 30 juni, verkort het oorspronkelijk voorgestelde verbod van tien naar vijf jaar en maakt uitzonderingen mogelijk waardoor staten regels kunnen aannemen op het gebied van online kindveiligheid en de bescherming van het beeld of de gelijkenis van artiesten. Wel geldt dat deze staatsreguleringen geen "onevenredige of buitensporige last" mogen opleggen aan de ontwikkeling van AI, zoals het amendement stelt.
De bepaling maakt deel uit van het bredere Republikeinse begrotingsvoorstel, dat informeel bekendstaat als de "One Big, Beautiful Bill". Senaatsvoorzitter van de Commissie Handel, Ted Cruz, stelde aanvankelijk voor om staten die AI reguleren de toegang tot een infrastructuurfonds van 42 miljard dollar voor breedbandinternet te ontzeggen. In de herziene versie wordt deze beperking alleen toegepast op een nieuw fonds van 500 miljoen dollar, dat specifiek bedoeld is voor AI-infrastructuur.
De Amerikaanse minister van Handel, Howard Lutnick, heeft zijn steun uitgesproken voor de aangepaste maatregel en noemt het een "pragmatisch compromis". Hij roept het Congres op om "Amerika op de eerste plaats te houden op het gebied van AI". Voorstanders stellen dat het voorkomen van een lappendeken aan staatsregels essentieel is voor Amerikaanse innovatie en het concurrentievermogen ten opzichte van landen als China.
Het compromis stuit echter op stevige tegenstand. Maria Cantwell, de hoogste Democraat in de Senaatscommissie voor Handel, bekritiseerde het amendement en stelde dat het "niets doet om kinderen of consumenten te beschermen" en "slechts een cadeautje is voor technologiebedrijven". Zij en senator Edward Markey hebben een amendement ingediend om de gehele bepaling uit het wetsvoorstel te schrappen. Critici stellen dat de vage norm van een "onevenredige of buitensporige last" technologiebedrijven in staat zou stellen vrijwel elke consumentenbeschermingswet juridisch aan te vechten.
Het debat onderstreept de voortdurende spanning tussen het stimuleren van AI-innovatie en het waarborgen van passende waarborgen. Nu het Congres er al jaren niet in slaagt om betekenisvolle federale AI-regelgeving aan te nemen, vullen staten het gat met eigen wetgeving, zoals de ELVIS Act in Tennessee, die songwriters en artiesten beschermt tegen ongeoorloofde AI-imitaties. De Senaat zal naar verwachting begin juli stemmen over de maatregel als onderdeel van het begrotingsproces.